zondag 12 december 2010

Vakantie 2006

We hadden het idee opgepakt om, gezien de samenstelling van de bemanning in een keer door te varen tot voorbij Wight.
Vrijdag na het werk direct naar de boot gegaan en vertrokken van Noordschans naar Stellendam. Met een noord oostenwind heerlijk gezeild tot Stellendam.
We kwamen net te laat voor de sluis en hebben daar 3 kwartier moeten wachten alvorens we konden schutten. Om 22.15 zijn we erdoor. Alhoewel er een non 5 a 6 stond met golven van 2 meter zijn we toch vertrokken. We hanteren een wachtschema van 4 uur op en 4 uur af.
Na enkele uren op zee gezeten te hebben werd nummer 1 zeeziek om gevolgd te worden door de andere drie.
We hebben de klassieke fout gemaakt en zijn niet uitgerust genoeg begonnen aan deze tocht.
Doorzeilen was geen optie meer, zodat we de koers verlegd hebben naar Oostende. Om 10.00 uur kwamen we hier aan en hebben direct genoten van de rust en de hektiek van Oostende. We zijn letterlijk en figuurlijk ingeslingerd. Omdat we de zondag ons nog niet fit genoeg voelden hebben we er nog een dag aangeplakt. We wilden niet nog een keer dezelfde fout maken.
Maandagochtend zijn we dan om 6 uur vertrokken met een flauwe bakstagwind, de eerste 4 uur op de motor, omdat er totaal geen wind stond. Toen het begon met waaien kon de halfwinder er op en deze hebben we tot de avond kunnen laten staan. Omdat het vorige wachtschema niet goed bevallen is, hebben we er nu maar 2 uur op en 2 uur af van gemaakt. (ook overdag). Gezien de windrichting besluiten we de scheepvaartroute niet over te steken en houden deze aan stuurboordkant. Voorbij Boulogne draaien we bij, richting Cherbourg.
Met het verder aantrekken van de wind werd het alleen de Genua. Rond 24.00 uur viel de
wind weer weg, waardoor we de motor zachtjes hebben laten meedraaien.
Dit ging goed tot 10 voor zes. Een net in de schroef en de motor stond met een klap stil. Achter de boot sleepte we ongeveer nog anderhalve meter net mee. Omdat ik geen voorstander ben van het overboord gaan als het niet echt nodig is, besluiten we door te zeilen.
Het onder stroom verwijderen van een net in de schroef op een zeilboot zonder motor is niet zonder risico's en die gaan we niet opzoeken.
Van onze tocht van 210 zm moeten we op dat moment nog 51 zm afleggen. De weersverwachting maakt ons niet echt vrolijk, want 2 tot 3 variabel en half weg tussen Boulogne, Brighton en Cherbourg zittende is dat geen goed vooruitzicht. We maken er ons nog niet al te druk om, de zon schijnt heerlijk en we zien verder wel. Komt tijd komt raad. Het valt met de wind gelukkig nog wel mee en met genua en halfwinder lopen we toch tussen de 3 en 5 knopen. Helaas is door de tegenstroom onze snelheid over de grond af en toe zelfs maar 2 knopen. Eind van de middag valt de wind verder weg en kruipen we naar Cherbourg en om 18.30 zijn we nog 15 mijl verwijderd van Cherbourg. We hebben de stroom mee en nog steeds een no wind. 7 mijl voor ons doel draait de wind plotseling naar zuid (aflandige wind) om er dan een halve mijl voor de haven geheel mee op te houden. Gelukkig komt er een Dufour 24 langs die zijn grotere broer de haven in wil slepen. Om 12.00 uur drinken we wat met onze sleephulp. Het bleek dat zij met hun Dufour 24, man, vrouw en twee kinderen van Le Havre kwamen. Een tocht van 70 zm.  Het wachtschema was beter, want we zijn geen van allen echt moe. Het is ons zelfs goed bevallen om een groot stuk in een keer af te leggen. Van andere zeilers hebben we al eens vernomen dat zij de stuurautomaat vaak gebruiken. Wij hebben dat tot nog toe maar zelden gedaan. Voor het eerst hebben we de stuurautomaat dus het werk maar eens laten doen. Dit is goed bevallen en zullen we voortaan vaker gaan doen.
Woensdagochtend onderneem ik een poging om met een mes de tros uit de schroef te halen. Na een aantal pogingen en een snee in mijn duim besluit ik dit karwei te staken. In de middag kunnen we rekenen op de hulp van een duiker die voor een fantastisch uurloon ons binnen 5 minuten van het probleem verlost. En nu maar hopen dat de rechtmatige eigenaar zijn net komt opeisen.
Donderdag zetten we onze tocht voort naar Guernsey. We gaan bij het ochtendgloren weg en we zijn niet de enigen. Het krioelt van de schepen die naar de Kanaaleilanden willen. Al spoedig verdeeld de groep zich in de Alderney, Guernsey of Jersey richting.
We beginnen met de motor, omdat je in deze gebieden het tij niet mag missen anders ga je achteruit. Tegen deze stroom valt niet te zeilen en of motoren. Al na een uur trekt de wind zodanig aan dat we kunnen zeilen. Net als we Guernsey in zicht hebben en beginnen met de aanloop van Little Russel krijgen we binnen 5 minuten een mist opzetten met zoveel vochtigheid dat de druppels van onze gezichten aflopen. Op een mijl voor St. Peters Port trekt de mist even snel weer weg als hij gekomen is en lopen we Guernsey binnen.
De havenmeester vangt ons op en wijst ons onze plaats aan de wachtsteiger. We moeten drie uur wachten alvorens we het natuurlijke dok binnen mogen. Ik heb hier altijd het gevoel een zwembad binnen te varen. We blijven hier een dag liggen en overwegen waar we zaterdag naar toe gaan. De meningen aan boord zijn verdeeld, St. Malo en via de Franse kant terug of via de Engelse kant terug. Er is na bijna een week oost en no een gat. Volgens de BBC zal de wind in de middag draaien naar noord west om in de nacht naar zuid west te draaien. We gaan om 17.40 uur weg uit Guernsey en zetten koers naar Zuid Engeland. We beginnen met zeilen. De koers zal ons op Wight aansturen en dat willen we niet. De wind draait in de loop van de nacht, zodat de koers naar Dartmouth gezet kan worden. Om 6.45 komt de monding van de Dart in zicht en hebben we een geweldig uitzicht. Vanuit ons aanlooppunt lijkt het of de bergen uit elkaar getrokken zijn. De rivier Dart is, na goed de monding in het midden te houden, met alle windrichtingen goed aan te lopen. Ongeveer twee uur voor de monding begint de wind en het tijd te keren en wordt de golfslag onprettig, maar we hebben een prachtige nacht zeilen achter de rug en meren om 9.00 uur af aan een vrije plaats aan een bezoekersponton voor 12 pond (zonder een vaste verbinding met de wal). We slapen nog een beetje en halen dan de dinghy uit de bakskist. We roeien naar de brandstofboot in het midden van de rivier en halen benzine voor de hulpmotor. Het mengen doen we op goed geluk, maar worden direct afgestraft met een keer op keer vette bougie. Op het eind van de dag mogen we aan de ferryponton gaan liggen voor elektra en een douche. We zien een plaatsje aan de binnenzijde van deze ponton en gaan daar liggen. Direct komt de havenmeester weer langs om 6 pond extra havengeld te vragen. Als we aan de buitenzijde gaan liggen is dit in het reeds betaalde havengeld inbegrepen. Aangezien we het verschil in
prijs en  ligplaats te groot vinden, gaan we verliggen. Dartmouth is heel mooi om te zien. Zodra je binnenkomt zie je diverse kastelen en de ochtend zon maakt het aanzicht alleen maar mooier. Het lijkt wel een ansichtkaart. De volgende ochtend zetten we rustig zeilend koers naar Weymouth. Onderweg gebruiken we de parvaan en ons middagmaal bestaat uit verse makreel. Tegen de avond gebruiken we de avondmaaltijd in de kuip met tafel omhoog en rustig zeilend met de halfwinder. Om 22.00 uur komen we in Weymouth aan. Van passanten hebben we al vernomen dat het druk is in Weymouth en als je laat aankomt zeker 6 dik zult liggen. We besluiten dit niet op te zoeken en ankeren in de Baai van Weymouth voor het strand. Het is weer eens wat anders om het strand in de avond met al zijn lichtjes en in de ochtend met het ochtendgloren en de zon erop te bewonderen. Na het ontbijt op maandag varen we Weymouth binnen en hebben een mooie plek direct aan de steiger. Dinsdag vertrekken we al vroeg naar Lulworth Cove om hier te zwemmen. We roeien naar de kant en gaan de berg op om foto's van de baai en de boot te  maken. De schipper krijgt hier instructie om zijn eerste makrelen schoon te maken die we regelmatig tijdens het varen vangen. Deze week zijn er weer schietoefeningen van de Marine en deze baai ligt direct voor de grens van een afgebakend gebied. De snelle boot (firing range patrol) die waakt dat toch maar niemand in de gevarenzone terecht komt, komt ook naar ons toe met de mededeling dat we de volgende ochtend voor 9.30 uur uit het gebied moeten zijn of enkele mijlen uit de kust moeten gaan varen. Gezien het tij is dat voor ons geen probleem en kunnen we op woensdag om 7.00 uur onder de kust naar Poole varen. De dag begint met een uurtje op de motor varen, maar dan kunnen de zeilen al weer omhoog. Tegelijkertijd gaat de parvaan weer overboord voor verse makreel. Tot aan de aanloopbetonning van Poole kunnen we zeilen maar dan is de wind ook geheel weg. We motoren naar binnen en laten de havens Salterns en Dolphins (rechts) liggen. In Salterns betaalden we vorig jaar al 45 pond en naar vernomen te hebben is Dolphins nog duurder.
Town Quay Harbour is vol en die achter de ferry terminal ook. We worden naar de gemeentelijke stadskade verwezen. Er kunnen vier boten achter elkaar liggen en er liggen er al een paar dik. Een groot engels jacht ligt vrij en we maken aanstalten om hier tegen aan te gaan liggen. Voordat we overstappen om vast te maken komt de eigenaar naar buiten stormen en stuurt ons weg. Er valt niet met de man te praten. Er mag niemand aan hem liggen. Dit zijn we niet gewend van de Engelsen en zijn zo boos dat we besluiten Poole geheel te verlaten.
Een stalen mooring is voor ons geen optie, omdat bij het keren van het tij deze tegen de boot zal komen. De kunststof moorings zijn van lokale boten en we hebben geen zin om op het einde van de dag weer weggestuurd te worden. Eenmaal buiten gekomen en weer op zee zittende is de vraag waar gaan we naar toe. Het is 13.00 uur en de wind is weer aangetrokken en de zon schijnt zoals alle voorgaande dagen weer volop. Het beloofd nog een mooie zeildag te worden. We hebben het eiland Wight al zo vaak vanuit de Solent gezien dat we besluiten om aan de buitenzijde van Wight naar Brighton te zeilen. De halfwinder gaat er weer op en blijft uren staan. We lopen tussen de 5,5 en 6.5 knopen. Door de tegenstroom is dat slechts 3.5 en 4 knopen, maar we gaan nog vooruit. Om niet teveel hoogte te verliezen passeren we op nog geen mijl St. Cathrine's point.
Dat levert wel leuke plaatjes op. De wind wakkert iets aan en de halfwinder wordt vervangen door de Genua. Ik krijg een terechte opmerking van mijn echtgenote op deze aktie, want ik ga zonder aangelijnd te zijn naar voren en sta te dansen op het voordek om overeind te blijven. Rond 20.00 uur krijgen we de stroom mee en hebben we nog 30 mijl te gaan. Om ongeveer 23.00 uur staat er nog maar 3.7 tot 5.8 kn wind. De motor gaat erbij. Nog geen kwartier uur later valt de wind terug naar 1.8 kn. De giek klappert alle kanten op. De zeilen gaan er helemaal af en de resterende mijlen leggen we op de motor af. Gezien onze ervaringen met een visnet zijn we niet geheel gerust, want we weten dat in dit gebied het stikt van de vissersvlaggetjes. De maan biedt niet veel uitkomst en we besluiten om een persoon (goed aangelijnd) voor op de punt te zetten als uitkijk. Om 3.10 uur meren we af in Brighton. In Brighton gaan de vrouwen de stad in en maak ik de dinghy schoon om hem weer in de bakskist op te bergen. De lijnen van de slurf van de halfwinder zijn door het wisselen van boeg gedraaid en ook deze worden weer op de steiger gecorrigeerd. Zaterdagochtend gaan we 1 uur voor laag water Brighton uit. Gezien de diepgang van 1.80 meter is het of een uur voor, of een uur na laagwater. Er staat 5 kn wind uit het westen, zodat de halfwinder er weer op kan, we vangen aan met een snelheid van gemiddeld 4 kn. Ondanks het vroege tijdstip is het al warm en beginnen we met zonnebrandcrème. De wind wakkert aan tot 10 kn en dan lopen we al gauw 6 kn. Na 10 mijl gevaren te hebben trekt de wind aan tot 16 kn en begint het te betrekken, truien aan en we vervangen de halfwinder voor de genua. We rollen eerst de genua uit om de wind uit de halfwinder te halen zodat de slurf er gemakkelijk overheen getrokken kan worden.
Nog voordat de halfwinder in de zak zit, zitten we weer in een potdichte mist. De wind valt terug en de snelheid zakt tot 4.6 kn. Beter wat langzamer  en veiliger. Na een uur gevaren te hebben en ter hoogte van Beachy Head trekt de mist weer op en komt de zon weer door. Het doel is Eastbourne en dat is nog 5 zm verwijderd, maar met een stroom van 2 kn laten we het zeil voor wat het is. De Genua wordt niet meer vervangen door de halfwinder.
We liggen om 13.00 uur aan de steiger in de Royal Souvereign.
Er is nog een week te gaan voordat de vakantie om is, maar het voelt al of we bijna thuis zijn. In vorige vakanties  kwamen we hier een dag of drie later aan. Toen we voor de eerste keer hier kwamen was er een haven met aangrenzend wat kuilen met water en in de verte stonden wat huizen. De kuilen zijn nu allemaal volwaardige havens geworden en met de bebouwing zijn ze zo te zien ook nog lang niet klaar. Elke vrije vierkante meter wordt nu bebouwd. Hier wordt gewoon een kompleet nieuwe stad met alle voorzieningen uit de grond gestampt. Het voordeel van deze haven is wel dat je er 24 per dag kunt binnenlopen en tanken. Zelfs de supermarkt (Asda) heeft hele ruime openingstijden.
Zondag maken we om 10.00 uur in de sluis goed vast aan de steiger, want we zakken 3.80 meter in 5 minuten. Deze sluis blijft ons verbazen. Hier zitten geen schotten op de deuren die ze opendraaien, maar ze beginnen met de deur op een kier te zetten en langzaam verder te openen tot het water het betreffende niveau heeft bereikt. We zijn ander half uur voordat de stroom gaat lopen buiten. De weersverwachting was 3 tot 4 zw en af en toe een vlaag van vijf. Net als we buiten zijn pakken we een nieuw bericht op dat het 4 tot 5 en af en toe 6 zw wordt. Dat wordt rollen naar Dover. De vooruitzichten voor de dag erna, die dan naar Oostende moet gaan, zijn gelijk. De golven worden spoedig groter en door het rollen kan de stuurautomaat het niet meer bijhouden. Voor het eerst deze vakantie moeten we zelf sturen. We wisselen af, elk een uur achter het roer en daarna rust. Dat bevalt ons goed. Op de windmeter zien we af en toe een 7 bfr staan. Bij Dungenes aangekomen denken we al aan de golven van de volgende dag en verleggen we de koers naar Duinkerken. Tussen Cap Cris-Nez en Calais krijgen we bezoek van de douane die op volle snelheid op ons af kwam, tien minuten om ons heen vaart, en ons met verrekijkers in de gaten houdt om dan met dezelfde vaart weer te verdwijnen. Van kennissen weten we dat je niet de aandacht moet trekken door te zwaaien of zo, omdat ze dan aan boord komen om papieren etc. te controleren. We gaan gewoon verder waar we mee bezig zijn, zeilen. We lopen goed en surfen vaak van de golven af. Er is een uur dat we zelfs gemiddeld 7.3 kn hebben gevaren. Om 23.00 uur meren we af in Duinkerken. De laatste twee uur hebben we net een beetje stroom tegen. We gaan direct slapen en vertrekken de volgende dag om 5.00 om met het restant van de stroom naar Oostende te varen. De eerste twee uur moeten op de motor bij gebrek aan wind, maar dan kunnen we weer heerlijk zeilen en lopen tussen de 5,5 en 7 kn. Om 9 uur zijn we in Oostende. De Belgische patatten roepen weer: Kom en eet ons. In de haven zien we ook de Holgerson liggen. De dinsdag begint met regen en een weersverwachting van zw 6  - 7 en draaiend naar w nw met mogelijk een 8. We hebben nog tijd genoeg en blijven dus maar een dag liggen. Op woensdag is het weerbericht iets beter een 4 tot 5 met mogelijk windstoten tot 7. Donderdag bereikt een zeer laag front de Belgische kust en is de verwachting  dan N 6 tot 7 en stoten tot 9. Dit willen we niet afwachten en vertrekken woensdag uit Oostende. Bij het verlaten van de haven zie ik al 30 kn op de windmeter staan. We gaan toch door en buiten onder zeil blijkt het gemiddeld tussen de 20 en 26 kn wind te geven. Er staat een flinke zeegang en golven van ongeveer 2,5 meter. Af en toe lijkt zo'n roller binnen te komen, maar net voordat dit dan zou moeten gebeuren gaat het achterschip omhoog en gaat de golf er onder door. Dit gaat een aantel keren zo goed dat we er weinig acht meer op slaan. Totdat er een over de negatieve spiegel zo de kuip in rolt en ik even het gevoel heb in een zwembad te staan. De zelflozers doen hun werk en spoedig is de kuip weer leeg. Nadat we Zeebrugge voorbij zijn, zien we een grijze wolk steeds zwarter en groter worden. De eerste twee uur hebben we het tij tegen genomen om bij de aanloop van de Westerschelde optimaal van het tij te kunnen "genieten". Het tij begint net mee te lopen en naarmate het zicht slechter wordt komt er meer wind. Ik zie 10 minuten lang 37 en 38 kn op de windmeter. Achteraf blijkt dat we 40.6 kn wind hebben gehad. Gezien de altijd in acht genomen veiligheidsafspraken hebben we ons geen moment onveilig gevoeld. Over het algemeen is een schip zo zeewaardig als zijn bemanning is. Achteraf heb ik zelf het gevoel gehad dat de toppen van de golven minder werden door de alsmaar aanwakkerende wind, maar het ging allemaal zo snel en de aandacht moest bij het sturen blijven, waardoor ik het niet met zekerheid durf te stellen. We gaan de sluis bij Vlissingen binnen en zien in Vlissingen dat ze zelfs dwars tegen de palen afgemeerd liggen. We besluiten door te varen naar Middelburg. Hier blijkt het al niet anders te zijn. Bij de ingang liggen ze al twee dik en zelf bij Jos Boone liggen er al. Iets verder de haven in liggen ze nog voor de bruggen op diverse plaatsen 5 en 6 dik. We draaien om en gaan bij een van de fabrieken aan de loswal liggen. Het is even hannesen met de afmeerlijnen, springen en stootwillen op het damwandprofiel te plaatsen, maar uiteindelijk liggen we goed. Op de radio horen we dat er in Sluis zoveel regenwater is gevallen dat wegen en kelders blank staan. We hebben een rustige nacht en na het uislapen en een goed ontbijt gaan we Middelburg in. We krijgen een box en blijven hier ook weer een nacht liggen. Donderdag horen we de wind flink suizen en valt er veel regen. We liggen in deze beschutte haven tussen de woningen nog te schommelen in onze box. We lezen wat en er wordt nog wat gewinkeld.
Vrijdag gaan we het Veerse Meer op. We zeilen naar een van de eilandjes en vinden er een waar we met onze diepgang toch kunnen liggen.
Zaterdag beginnen we aan de laatste etappe naar Noordschans. We kunnen alles zeilen. Bij de Krammersluis is het zo druk dat de sluiswachter oproept om allemaal om te keren en bij de beroepssluis te gaan schutten. We blijven met 5 andere schepen gewoon liggen en zijn uiteindelijk sneller door de sluis dan de andere groep. Einde van de middag zit de tocht erop. We doen rustig aan en beginnen de volgende dag met het pakken van de auto. De vakantie zit er weer op. Maar wel een zeilvakantie zonder een rak.
Afstanden:
Noordschans        Oostende           105 zm ivm een grote slag op zee en wijzigen koers
Oostende              Cherbourg         210 zm
Cherbourg             Guernsey            34 zm
Guernsey               Dartmouth          76 zm
Dartmouth             Weymouth          53 zm
Weymouth             Lulworth Cove     9 zm
Lulworth Cove       Brighton            102 zm via Poole gevaren
Brighton                 Eastbourne         24 zm
Eastbourne             Duinkerken         78 zm
Duinkerken             Oostende            26 zm
Oostende               Middelburg          31 zm
Middelburg            Veerse Meer          7 zm
Veerse Meer           Noordschans       34 zm

0 reacties:

Een reactie posten