zondag 22 juli 2018

Op naar Schotland

Woensdagochtend 11 juli we maken ons op ons gemak klaar om verder te gaan. We betalen het havengeld en geven aan wat de plannen zijn. Als we aangeven dat we naar Sunderland willen gaan krijgen we te horen dat daar een show van Tall Ships aan de gang is en mogelijk krap of helemaal geen ruimte is voor ons. We zien wel, om 1 uur vertrekken we en als we de sluis uitvaren klinken er twee toeterstoten en worden we uitgezwaaid door de havenmeester. Op zee blijkt er meer wind te staan dan verwacht en gaat het grootzeil op. Op het moment dat we de genua bij willen zetten horen we een klap en ligt het grootzeil in de lazybag. Na controle blijkt dat de knoop van de val aan de sluiting losgeraakt is. Ook valt de wind weer weg en gaan we op de motor verder. Bij Sunderland aangekomen zien we enkele Tall Ships de haven in en uitvaren en besluiten we toch maar door te varen naar Blyth (afgeraden door de havenmeester van Hartlepool). De daaropvolgende haven ligt, qua aanlopen met hoogwater, niet binnen ons bereik.
Als we voorbij de rivier de Tyne komen zien we een DFDS Seaways uit de monding komen met richting IJmuiden. Deze heeft een reguliere verbinding met Newcastle.
We lopen Blyth binnen en zien gelijk wat de havenmeester bedoelde. We liggen echt in een gat. Vissers en havenindustrie, offshore boten en geen woonhuis in velden of wegen te bekennen.
We gaan op zoek naar de havenmeester en vinden die in een oud houten lichtschip met een groot bord Royal Northumberland Yachtclub. Maar al met al zijn we weer 30 zm noordelijker gekomen. In de avond ga ik de mast in om de val van het grootzeil weer door de mast te halen. Een eerste poging mislukt maar een tweede pakt goed uit. Het is 22.30 uur als ik de mast uit kom. We spreken met andere zeilers en die adviseren ons om te gaan ankeren bij Holy Island. Uiteindelijk gaan we donderdag toch weg met bestemming Amble niet ver maar hier kunnen we een dag blijven liggen om het achterland te verkennen en een wasje te doen. Omdat we vanaf het zuiden komen moeten we om een eilandje heen en enkele niet beboeide ondieptes. We zijn twee uur voor hoog water maar er staat al 3.50 meter water boven de "Sil". Dat is een drempel zodat er bij eb altijd water in de haven blijft staan. Het lijkt dan of je in een zwembad bent afgemeerd.
We zijn vertrokken met een bewolkte hemel maar als we aankomen is het weer helder blauw met geen wolkje aan de lucht.
We zijn moe maar weten niet goed waarvan en besluiten om 9.30 naar bed te gaan. Om 11.15 wordt ik even wakker en kijk even met mijn hoofd boven uit het luik. Ik verbaas me over de stilte. Geen zuchtje wind, geen vogel of een tik van een val tegen de mast. Het is onvoorstelbaar zo stil.
Vandaag blijven we liggen morgen zou er betere wind uit de goede richting staan. Afwachten. We krijgen ons tweede regenbuitje dat evenals de vorige na wat miezer ophoudt.
Na het ontbijt gaan we naar de Tesco en kopen brood en vlees voor twee dagen. Daarna wandelen we ongeveer een half uur naar Warkworth waar het kasteel ligt dat wij vanaf de boot kunnen zien. Aangekomen zijn het alleen de overblijfsels van een kasteel waarbij het kasteel nog redelijk intact is. We gaan in het dorp een kop koffie drinken bij Jackson restaurant maar als we binnenkomen is het net of we in de huiskamer staan.
In de middag hangen we de was nog even buiten die nog niet helemaal droog was en moet de bimini nog even op. Dan heb ik bij het havenkantoor annex shiphandler slang zien liggen in de juiste afmeting. De afvoerslang van de wasbak is geknikt en loopt nu slecht leeg. We vervangen de slang en plaatsen een hoekje van 45 graden erin om opnieuw knikken te voorkomen. De ervaring leert dat er op alle reizen altijd wel iets kapot gaat en door de reparaties bij te houden krijg je geen waslijst van klusjes. Het is belangrijk om de boot in een goede conditie te houden.
Zaterdag de 14e kunnen we nog twee uur na HW over de "Sil" en vertrekken we om 6.30 uur met als bestemming Eyemouth. De voorspelde wind blijft uit en we starten de motor. We varen tussen de Farne Islands en het vaste land door met een sog (speed over grond) van 9 kn. Het is laveren tussen de vissers boeitjes door en laten Holy Island links liggen. Na een dikke 15 zm kunnen we zeilen en lopen we tussen de 7,5 en 8 kn dat gaat goed voor 2 uur en we besluiten Eyemouth links te laten liggen en door te gaan naar Peterhead.
We passeren de Firth of Forth. Door de Firth of Forth over te slaan hebben we wel een lange tocht maar besparen we ongeveer 45 zm. Door Eyemouth over te slaan besparen we ons ook weer 10 zm. Met een nacht doorvaren bespaar je je een dagtocht.
Dan valt de wind weg naar 1.8 tot 5.5 kn en gaat het zeil naar beneden. Na een uur komt de wind uit een iets zuid oostelijke hoek en gaat het zeil weer op. We lopen weer tussen de 4 en 5,5 kn. De wind draait weer en de marifoon geeft aan dat er een kans is op 5 bfr. En dan ook noch pal van achteren. We praten wel over een nacht doorvaren maar nu we zo noordelijk zijn is er geen echte nacht meer. Om 23.00 begint het te schemeren en dat blijft zo tot ongeveer 3 uur. Achter ons naar het zuiden kijkend is het donker maar, de kant die we opgaan, naar het noorden kijkend blijven we een lichte gloed in de lucht zien. We maken er een filmpje van dat na thuiskomst te zien zal zijn.
We voeren het wachtschema in en starten in de middag al met onze rust te pakken.
Even later halen we ook het grootzeil weg en gaan alleen op de genua verder tot aan Peterhead voor de haven. We roepen portcontrol op en mogen direct naar binnen. Ze vragen gelijk onze diepgang op omdat er nog niet genoeg water staat in de jachthaven. We moeten nog wel een paar uurtjes wachten aan de fuel jetty. Een partij stalen palen met enkele stootwillen ervoor zonder mogelijkheden om goed af te meren. Met kunst en vliegwerk leggen we de boot vast zonder een paal geraakt te hebben. We worden keurig opgeroepen via de marifoon dat we er in kunnen. Als we bij de haven aankomen staat de havenmeester al te wachten om ons op te vangen. We ruimen wat op, berekenen koers en tijdstip van vertrek voor de volgende tocht. Luieren wat tot de finale van het WK begint. Buiten schijnt wederom de zon en in de kuip is het heerlijk vertoeven.
Maandag de 16e blijven we hier liggen. Het is onze eerste grijze dag met regelmatig een afwisseling van miezer en regen en we doen een paar boodschappen. Het is onze regenachtige grijze dag en ons eerste nat pak. Op het eind van de dag trekt het plotseling helemaal dicht. Het is zo mistig dat de boei buiten de haven op 30 meter afstand niet meer te zien is. Zo zullen we niet vertrekken. Het is de bedoeling om morgen met hoogwater weg te gaan om met het volgende hoogwater aan te komen in Lossiemouth. We gaan een half uur vroeger dan gepland met helder weer. Wel wat zwarte bewolking met regen (zo te zien) in het zuiden. Als we buiten komen en gaan varen is er geen wind al varende blijft het slechte weer ons achtervolgen en af en toe hebben we een enkele druppel. Zodra we afbuigen naar het westen en de Moray Firth opvaren blijven de buien boven land hangen en krijgen we geen regen. In de middag komt de zon zelfs opzetten en kan het regenpak weer uit. We zitten nu op ons noordelijkste punt van 57.43 graden noorderbreedte. Dit houden we nog even aan en gaan dan langzaam weer naar het zuiden. De zeilen gaan toch nog even omhoog en we kunnen even zeilen. Helaas niet voor lang en moet toch de motor weer aan. Net voor de haven vertrouw ik het niet meer en trek ik het zeilpak weer aan. In de haven wordt er met een bord aangegeven waar bezoekers moten gaan liggen. Zodra we liggen komen er nog drie boten binnen lopen maar wij hebben de beste plek aan de langssteiger. Dat blijkt achteraf een heel wijs besluit te zijn als het eb wordt. Het verschil tussen het avond tij (eb) en het ochtend tij (ook weer eb) is 70 cm. De boot komt ongeveer 60 cm omhoog. We staan op de kiel en hebben 7 lijnen gespannen om de boot. We hebben een staan plaats en zijn blij niet aan een vingersteigertje te liggen. Vermoedelijk zouden we dan kantelen.
Lossiemouth is een leuk uitziend vissers dorpje met veel oude huizen van wel twee honderd jaar oud. In de oorlog is hier weinig verwoest. Tot 1863 heette dit nog Brandenburg en is daarna veranderd in Lossiemouth. We drinken een kop koffie in de Steamboat Inn. De Schotse inslag is direct te zien in het aantal soorten whisky flessen die achter de bar hangen en waaruit je dan kunt kiezen.
We besluiten een dag te blijven liggen en besluiten om de boot schoon te maken en de was te doen. We hoeven hier niet in de rij te staan om te mogen wassen. De temperatuur is goed en af en toe komt de zon tussen de wolken door. Na de wasmachine en de droger de was nog even op een lijn voor het nadrogen en klaar is Kees.
Donderdag vertrekken we om 7.00 uur ongeveer twee uur na hoogwater uit Lossiemouth. We komen dan te vroeg aan op een punt waar de stroming ons mee naar binnen moet nemen maar later kunnen we niet weg want dan staat er niet genoeg water om de haven te verlaten. De wind is nu voor een paar dagen west maar heeft 2 tot 8 knopen dus moeten we op de motor. In de plotter heb ik een aantal waypoints ingevoerd en laat ik de stuurautomaat op track varen. Bij het op track varen houden de instrumenten de boot gezien wind en stroming precies op koers naar de volgende waypoints. Bij gebruik van alleen de stuurautomaat moet je regelmatig handmatige correcties aanbrengen. We voelen ons bevoorrecht om met dit weer de Moray Firth tot het einde in te mogen varen want hoe smaller het wordt hoe meer we van de kust gaan zien en die is echt heel mooi. Volgens een schot die we gesproken hebben in de Steamboat Inn gebeurt dat niet vaak. Meestal is het regen of mist. Zodra we bij Fort George aankomen krijgen we 25 knopen op de kop maar doordat we al zo ver in de Moray Firth zijn niet de daarbij behorende golfslag. Op de hoek tegenover Fort George staan wel 50 tot 100 mensen op de punt te kijken. We dachten dat het vissers waren maar dan zien we vlak bij de boot dolfijnen uit het water komen. Ze staan daar dus om dolfijnen te spotten. De schipper moet hier zijn hoofd bij het navigeren houden en heeft geen tijd om te kijken. Dan staan we voor de keus de noordelijke kant van de Inverness Firth of de zuidelijke kant waar veel ondieptes zitten. In deze Firth liggen 4 boeien en het is dus zaak om goed te navigeren. We nemen de noordelijke kant en zetten waypoints van het ene diepe punt naar het andere en varen op track hierdoor. Zo nauwkeurig als met track kun je zelf niet sturen. Dan gaan we onder de brug door en na de brug direct aan bakboord insturen op de haven waar we een paar dagen zullen blijven liggen. De jachthaven is heeft goede voorzieningen en een van de medewerkers staat ons al op te wachten. We meren af in een box aan de steiger en houden het voor vandaag voor gezien. We geven aan morgen te willen tanken. Als we de volgende dag richting de fuel pontoon varen komt de havenmeester al aangelopen. Hij heeft een mast in de haven zien bewegen en had al aangenomen dat wij het waren. De stad zelf is wel een klein half uur lopen. In Inverness zit een Morrison (zoiets als een Asda of voor ons AH). We verwachten dat inkopen op het Caledonisch Kanaal beperkt zijn. Daar moeten we dus nog even langs voordat we verder gaan.
Het Caledonian Chanel is nu nog 1,5 zm varen verwijderd.

0 reacties:

Een reactie posten