zaterdag 28 juli 2018

Het Caledonian Chanel (deel 1)

Met het invoeren van waypoints en routes heb ik een paar keer gehad dat een route verdwenen was en moest ik die de volgende dag weer opnieuw invoeren. Nu heb ik weer even tijd om na te zoeken wat de oorzaak is. Het probleem is zo gevonden ik zit aan het maximaal in te voeren waypoints en routes. Dan alles maar eruit halen en met een schone lei beginnen. Vermoed dat dit euvel nu verholpen is.
We blijven een paar dagen in Inverness liggen voordat we door gaan naar het Caledonisch kanaal. Midden in de nacht worden we wakker door een aanhouden en luidruchtig helikopter geluid. Na 10 minuten ga ik mijn bed uit en even buiten kijken. De jachthaven is direct achter een grote brug over de Inverness Firth gesitueerd. Op deze brug blijft de helikopter hangen en is met een zoeklicht op de brug aan het schijnen. Dan volgen er auto's met blauw zwaailicht. Dat houdt dan nog een half uurtje aan en keert de rust weer terug.
Deze haven is ook het vertrekpunt voor het spotten van dolfijnen met een rib of een motorboot met een prijskaartje van 34 of 18,50 pond per persoon.
Voor ons is dat niet van toepassing want ze zwemmen gewoon achter onze boot in de haven. En als we naar de haven ingang kijken zien we ze, bij hoogwater, ook uit het water springen.
Dinsdag vroeg maken we ons klaar voor het Caledonisch kanaal. Als alles klaar is roepen we via kanaal 74 de eerste sluis "Clachnaharry" op en vragen of kunnen schutten. Dat is geen probleem en dus gaan we op weg. Aangekomen worden we opgeroepen met het verzoek even te wachten. Als we in de sluis liggen komt er nog en boot bij en gaat de sluisdeur dicht. Dan het kantoor in en de papierwinkel afwerken. Als beide boten de licentie hebben gekregen gaat de sluisdeur open en hebben we de eerste meter omhoog gehad. Dan gaat de swingbrug open en varen we de tweede sluis in. Dan weer twee en een halve meter erbij. Na de tweede sluis ligt de Seaport marina waar we gaan liggen.
We hebben om 9.30 de brug besproken waar we met vijf boten doorgaan. We varen direct de eerste sluis binnen. Dit is de eerste van vier en met elke sluis gaan we 2,50 tot 3 meter omhoog. Als we eruit komen varen we door een stuk kanaal met aan weerszijde bomen en struiken. Naast het kanaal ligt de Ness waar we af en toe een glimp van opvangen tussen de bomen door.
Het kanaal is gemaakt tegen een berghelling. Ik vermoed dat datgene dat ze eruitgehaald hebben voor het kanaal, gebruikt hebben voor de oever aan de dalkant. Het achterland is op sommige punten vele meters lager gelegen. Als we doorvaren komen we bij enkele pontons aan waar je mag afmeren. (Voor en na de sluis). Het is lunchtijd en dan is er een pauze maar als twee jachten oproepen wordt er toch geschut. Wij volgen met het idee om na de sluis Dochgarroch af te meren. Een van de jachten die al afgemeerd was roept vlug op en gaat nog met ons mee. Morgen hebben we geen sluizen en gaan na Loch Dochfour en Loch Ness en dan door naar Fort Augustus.
We vertrekken direct na het ontbijt en op het moment dat we willen vertrekken knoopt een local een gesprek aan. We krijgen nuttige tips en waarschuwingen voor oa dat de overloopen van het Loch ruim gemeden moet worden inv gestorte stenen waardoor het ondiep is geworden. Dan gaan we met 1600 toeren op de motor met 6 kn door Loch Dochfour. Er liggen een paar groene tonnen en het blijkt dat we die ( tegen de verwachting in) links moeten laten liggen.
Zodra we op Loch Ness komen trekt de wind aan naar een windkracht 6 op de kop en gaat de motor op 1800 toeren. De golfslag is geen probleem hetgeen voor de huurbootjes anders is. De wind staat hier altijd van noord naar zuid of van zuid naar noord en kan van 3 naar 30 knopen veranderen in een oogwenk. Loch Ness is toch nog ongeveer 45 km lang en de dieptemeter geeft af en toe 183 meter diepte aan. Het is hier dieper dan op de Noordzee. Af en toe kan de dieptemeter de registratie van de werkelijke diepte niet en staat er een diepte aangegeven van 3 meter. Dit euvel kennen we inmiddels van onze tocht door de golf van Biscaye en hier maken we ons niet meer druk om. Als we vlak bij Fort Augustus komen zien we rechts voor ons een flinke rookontwikkeling en drie brandweerwagens voorbij komen. Als we de ingang recht willen aanlopen blijkt dat je dit schuin moet doen vanwege de diepte. Er is veel plaats en we gaan vooraan liggen. Een in Schotse klederdracht geklede muzikant speelt op een doedelzak voor de horde toeristen die langs de haven lopen. Als we liggen komen er uit de sluizen (in twee keer schutten) een tiental huurbootjes aan de steiger liggen en zijn alle plaatsen bezet. Dan horen we de brandweerwagens weer een voor een langskomen en gaan ze voor ons gevoel naar een brandhaard aan de linker kant van Fort Augustus. Wij sluiten de ramen want er komt as mee naar beneden.
De ARVID ligt voor aan de steiger. Nu zien we dat hier twee waterputten zijn maar verderop op de steiger niet meer.

0 reacties:

Een reactie posten